Explorer (ontdekken) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Explorer (ontdekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Explorer - Vervoeging van ontdekken in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Explorer (ontdekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Des plans de vacances (Vakantieplannen)

Tegenwoordige tijd van ontdekken

Frans Nederlands
(je/j') j'explore ik ontdek
(tu) explores jij ontdekt
(il/elle/on) explore hij/zij/men ontdekt
(nous) explorons wij ontdekken
(vous) explorez jullie ontdekken/u ontdekt
(ils/elles) explorent zij ontdekken

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'explore la destination avant de partir en vacances. Ik ontdek de bestemming voordat ik op vakantie ga.
Tu explores l'itinéraire avec le guide touristique. Je ontdekt de route met de reisgids.
Elle explore la mer pendant la croisière. ze ontdekt de zee tijdens de cruise
Nous explorons le tourisme local en voyageant en bateau. Wij ontdekken het lokale toerisme door met de boot te reizen.
Vous explorez l'agence de voyage pour préparer votre valise. U ontdekt het reisbureau om uw koffer klaar te maken.
Ils explorent le guide de voyage pour organiser leur visite culturelle. Zij ontdekken de reisgids om hun culturele bezoek te organiseren.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

explores, explorent, explorez, explore, explorons, j'explore

1.
Vous ... l'agence de voyage pour préparer votre valise.
(U ontdekt het reisbureau om uw koffer klaar te maken.)
2.
Nous ... le tourisme local en voyageant en bateau.
(Wij ontdekken het lokale toerisme door met de boot te reizen.)
3.
Ils ... le guide de voyage pour organiser leur visite culturelle.
(Zij ontdekken de reisgids om hun culturele bezoek te organiseren.)
4.
Tu ... l'itinéraire avec le guide touristique.
(Je ontdekt de route met de reisgids.)
5.
... la destination avant de partir en vacances.
(Ik ontdek de bestemming voordat ik op vakantie ga.)
6.
Elle ... la mer pendant la croisière.
(Ze ontdekt de zee tijdens de cruise)