Étudier (studeren) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Étudier - Vervoeging van studeren in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Étudier (studeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Métiers et études (Beroepen en studies)
Vervoeging van studeren in de tegenwoordige tijd
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') j'étudie | ik studeer |
tu étudies | jij studeert |
il/elle/on étudie | hij/zij/men studeert |
nous étudions | wij studeren |
vous étudiez | u studeert |
ils/elles étudient | zij studeren |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je suis étudiant et j'étudie le français. | Ik ben student en ik studeer Frans. |
Tu étudies pour devenir médecin. | Je studeer om arts te worden. |
Le professeur étudie les élèves. | De leraar bestudeert de leerlingen. |
Nous étudions avec le directeur aujourd'hui. | We studeren vandaag met de directeur. |
Vous étudiez la profession du journaliste. | Je bestudeert het beroep van journalist. |
Ils étudient avec un étudiant maçon. | Ze studeren met een leerling-metselaar. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
nous étudions, étudient, tu étudies, vous étudiez, j'étudie, étudie, ils
1.
... pour devenir médecin.
(Je studeer om arts te worden.)
2.
... avec le directeur aujourd'hui.
(We studeren vandaag met de directeur.)
3.
Le professeur ... les élèves.
(De leraar bestudeert de leerlingen.)
4.
... la profession du journaliste.
(Je bestudeert het beroep van journalist.)
5.
Je suis étudiant et ... le français.
(Ik ben student en ik studeer Frans.)
6.
... ... avec un étudiant maçon.
(Ze studeren met een leerling-metselaar.)