Être (zijn) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Être (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Être - Verbuiging van zijn in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Être (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Salutations et adieux (Groeten en afscheid)

Verbuiging van zijn in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') je suis / j'suis ik ben / 'k ben
tu es jij bent
(il/elle/on) il est / elle est / on est hij is / zij is / men is
nous sommes wij zijn
vous êtes jullie zijn
(ils/elles) ils sont / elles sont zij zijn

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je suis enchanté de vous rencontrer. Ik ben verheugd u te ontmoeten.
Tu es prêt pour la classe aujourd’hui ? Jij bent klaar voor de les vandaag
Il est là, bonjour à tous ! Hij is daar, hallo iedereen!
Nous sommes ici pour apprendre le français. Wij zijn hier om Frans te leren.
Vous êtes très gentils, merci beaucoup. U bent heel vriendelijk, hartelijk dank.
Elles sont en classe, à tout à l'heure ! Ze zijn in de klas, tot straks!

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

elles, je, on, suis, sont, nous sommes, vous êtes, tu es

1.
... ... enchanté de vous rencontrer.
(Ik ben verheugd u te ontmoeten.)
2.
... prêt pour la classe aujourd’hui ?
(Jij bent klaar voor de les vandaag)
3.
Il est là, b...jour à tous !
(Hij is daar, hallo iedereen!)
4.
... ici pour apprendre le français.
(Wij zijn hier om Frans te leren.)
5.
... très gentils, merci beaucoup.
(U bent heel vriendelijk, hartelijk dank.)
6.
... ... en classe, à tout à l'heure !
(Ze zijn in de klas, tot straks!)