Essayer (passen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Essayer (passen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Essayer - vervoeging van passen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Essayer (passen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Au magasin de vêtements (In de kledingwinkel)

Vervoeging van passen in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') essaie/essaies ik pas/ik probeer
(tu) essaies jij past
(il/elle/on) essaie hij/zij/men past
(nous) essayons wij passen
(vous) essayez jullie passen
(ils/elles) essaient zij passen

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'essaie la chemise au magasin. Ik probeer het overhemd in de winkel.
Tu essaies le jean demain. Je probeert de spijkerbroek morgen aan.
Elle essaie la jupe rouge. Ze past de rode rok.
Nous essayons la veste en laine. We proberen het wollen jack aan.
Vous essayez le manteau ce soir. Je probeert vanavond de jas.
Ils essaient les chaussures neuves. Ze proberen de nieuwe schoenen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

essaie, essayons, essaies, essayez, essaient

1.
J'... la chemise au magasin.
(Ik probeer het overhemd in de winkel.)
2.
Tu ... le jean demain.
(Je probeert de spijkerbroek morgen aan.)
3.
Elle ... la jupe rouge.
(Ze past de rode rok.)
4.
Nous ... la veste en laine.
(We proberen het wollen jack aan.)
5.
Vous ... le manteau ce soir.
(Je probeert vanavond de jas.)
6.
Ils ... les chaussures neuves.
(Ze proberen de nieuwe schoenen.)