Cuisiner (koken) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!
Cuisiner - Vervoeging van koken in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Cuisiner (koken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Nourriture quotidienne (Dagelijks eten)
Tegenwoordige tijd van koken
| Frans | Nederlands |
|---|---|
| (je/j') cuisine | ik kook |
| (tu) cuisines | jij kookt |
| (il/elle/on) cuisine | hij/zij/men kookt |
| (nous) cuisinons | wij koken |
| (vous) cuisinez | u kookt |
| (ils/elles) cuisinent | zij koken |
Voorbeeldzinnen
| Frans | Nederlands |
|---|---|
| Je cuisine souvent avec de la farine. | Ik kook vaak met meel. |
| Tu cuisines les oignons avec du poivre. | jij kookt de uien met peper |
| Elle cuisine une recette faite maison. | Ze kookt een zelfgemaakt recept. |
| Nous cuisinons avec de l'huile et du sel. | Wij koken met olie en zout. |
| Vous cuisinez le poulet avec des épices. | U kookt de kip met kruiden. |
| Ils cuisinent le riz et le sucre. | zij koken de rijst en de suiker |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
cuisinons, cuisines, cuisinez, cuisinent, cuisine
1.
Nous ... avec de l'huile et du sel.
(Wij koken met olie en zout.)
2.
Je ... souvent avec de la farine.
(Ik kook vaak met meel.)
3.
Elle ... une recette faite maison.
(Ze kookt een zelfgemaakt recept.)
4.
Vous ... le poulet avec des épices.
(U kookt de kip met kruiden.)
5.
Tu ... les oignons avec du poivre.
(Jij kookt de uien met peper)
6.
Ils ... le riz et le sucre.
(Zij koken de rijst en de suiker)