Couper (snijden) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Couper (snijden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Couper - Vervoeging van snijden in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Couper (snijden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Vaisselle (Servies)

Tegenwoordige tijd van snijden

Frans Nederlands
(je/j') je coupe ik snijd
tu coupes jij snijdt
il/elle/on coupe hij/zij/men snijdt
nous coupons wij snijden
vous coupez jullie snijden
ils/elles coupent zij snijden

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je coupe le pain pour la table. Ik snijd het brood voor de tafel.
Tu coupes la viande avec le couteau. Jij snijdt het vlees met het mes.
Elle coupe les légumes en petits morceaux. Ze snijdt de groenten in kleine stukjes.
Nous coupons les fruits pour le dessert. Wij snijden het fruit voor het dessert.
Vous coupez les serviettes en papier. Jullie snijden de papieren servetten.
Ils coupent les fromages pour les invités. zij snijden de kazen voor de gasten

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

on, je coupe, coupent, coupe, tu coupes, vous coupez, nous coupons, ils

1.
... le pain pour la table.
(Ik snijd het brood voor de tafel.)
2.
... les fruits pour le dessert.
(Wij snijden het fruit voor het dessert.)
3.
Elle ... les légumes en petits morceaux.
(Ze snijdt de groenten in kleine stukjes.)
4.
... la viande avec le couteau.
(Jij snijdt het vlees met het mes.)
5.
... les serviettes en papier.
(Jullie snijden de papieren servetten.)
6.
... ... les fromages pour les invités.
(Zij snijden de kazen voor de gasten)