Commander (bestellen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Commander - vervoeging van bestellen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, onvoltooid tegenwoordige wijs (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Commander (bestellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Commander de la nourriture et dîner au restaurant (Eten bestellen en uit eten gaan)
Werkwoordvervoeging van bestellen in de tegenwoordige tijd
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') commande | ik bestel |
(tu) commandes | jij bestelt |
(il/elle/on) commande | hij/zij/men bestelt |
(nous) commandons | wij bestellen |
(vous) commandez | u bestelt |
(ils/elles) commandent | zij bestellen |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je commande un ticket pour le métro. | Ik bestel een kaartje voor de metro. |
Tu commandes une place dans la station. | jij bestelt een plaats in het station |
Il commande une voiture pour le trajet. | Hij bestelt een auto voor de reis. |
Nous commandons un scooter au garage. | Wij bestellen een scooter bij de garage. |
Vous commandez un billet pour le bus. | U bestelt een buskaartje. |
Elles commandent un vélo en ligne. | Zij bestellen een fiets online. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
commande, commandes, commandons, commandent, commandez
1.
Je ... un ticket pour le métro.
(Ik bestel een kaartje voor de metro.)
2.
Tu ... une place dans la station.
(Jij bestelt een plaats in het station)
3.
Elles ... un vélo en ligne.
(Zij bestellen een fiets online.)
4.
Nous ... un scooter au garage.
(Wij bestellen een scooter bij de garage.)
5.
Vous ... un billet pour le bus.
(U bestelt een buskaartje.)
6.
Il ... une voiture pour le trajet.
(Hij bestelt een auto voor de reis.)