Apporter (brengen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Apporter - Verbuiging van brengen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Apporter (brengen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Appareils ménagers (Huishoudelijke apparaten)
Tegenwoordige tijd van het werkwoord brengen
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') j'apporte | ik breng |
tu apportes | jij brengt |
il/elle/on apporte | hij/zij/men brengt |
nous apportons | wij brengen |
vous apportez | u brengt |
ils/elles apportent | zij brengen |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
J'apporte les verres propres à la table. | Ik breng de schone glazen naar de tafel. |
Tu apportes la radio pour la cuisine. | Jij brengt de radio mee voor de keuken. |
Elle apporte les serviettes près du frigo. | zij brengt de handdoeken bij de koelkast |
Nous apportons les couverts pour le dîner. | Wij brengen het bestek voor het avondeten mee. |
Vous apportez la machine à laver en marche. | U brengt de wasmachine aan terwijl hij draait. |
Ils apportent les bols au salon. | zij brengen de kommen naar de woonkamer |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
tu apportes, nous apportons, ils, vous apportez, apporte, j'apporte, apportent, on
1.
... ... les bols au salon.
(Zij brengen de kommen naar de woonkamer)
2.
... les couverts pour le dîner.
(Wij brengen het bestek voor het avondeten mee.)
3.
... la machine à laver en marche.
(U brengt de wasmachine aan terwijl hij draait.)
4.
... la radio pour la cuisine.
(Jij brengt de radio mee voor de keuken.)
5.
... les verres propres à la table.
(Ik breng de schone glazen naar de tafel.)
6.
Elle ... les serviettes près du frigo.
(Zij brengt de handdoeken bij de koelkast)