Se marier (trouwen) - Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

 Se marier (trouwen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Se marier - Vervoeging van trouwen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige voltooide tijd, aanwijzende wijs (Passe_compose, indicatif).

Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Se marier (trouwen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Plans familiaux (Gezinsplannen)

Vervoeging van trouwen in passé composé

Frans Nederlands
(je/j') me suis marié(e) ik ben getrouwd
(tu) t'es marié(e) jij bent getrouwd
(il/elle/on) s'est marié(e) hij/zij/men is getrouwd
nous sommes marié(e)s wij zijn getrouwd
vous êtes marié(e)(s) u bent getrouwd
(ils/elles) se sont marié(e)s zij zijn getrouwd

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je me suis marié l'année dernière. Ik ben vorig jaar getrouwd.
Tu t'es marié avec ton compagnon. Je bent getrouwd met je partner.
Elle s'est mariée après l'adolescence. Ze is getrouwd na haar jeugd.
Nous nous sommes mariés après la naissance du bébé. We zijn getrouwd na de geboorte van de baby.
Vous vous êtes mariés à la mairie. Jullie zijn getrouwd op het gemeentehuis.
Ils se sont mariés et ont eu un bébé. Ze zijn getrouwd en hebben een baby gekregen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nous, suis, êtes, sont, se, t'es, s'est, sommes, vous, me

1.
Je ... ... marié l'année dernière.
(Ik ben vorig jaar getrouwd.)
2.
Tu ... marié avec ton compagnon.
(Je bent getrouwd met je partner.)
3.
Elle ... mariée après l'adolescence.
(Ze is getrouwd na haar jeugd.)
4.
... ... ... mariés à la mairie.
(Jullie zijn getrouwd op het gemeentehuis.)
5.
... ... ... mariés après la naissance du bébé.
(We zijn getrouwd na de geboorte van de baby.)
6.
Ils ... ... mariés et ont eu un bébé.
(Ze zijn getrouwd en hebben een baby gekregen.)