Jouer (spelen) - Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Jouer - Vervoeging van spelen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Passe_compose, indicatif).
Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Jouer (spelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Sports et exercice (Sport en beweging)
Vervoeging van spelen in passé composé
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') j'ai joué | ik heb gespeeld |
tu as joué | jij hebt gespeeld |
il/elle/on a joué | hij/zij/men heeft gespeeld |
nous avons joué | wij hebben gespeeld |
vous avez joué | u hebt gespeeld |
ils/elles ont joué | zij hebben gespeeld |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
J'ai joué au football au stade hier. | Ik heb gisteren in het stadion gevoetbald. |
Tu as joué au tennis avec tes amis. | Jij hebt getennist met je vrienden. |
Elle a joué au basketball dans le gymnase. | Zij heeft in de sportzaal basketbal gespeeld. |
Nous avons joué au rugby sur le terrain. | We hebben rugby gespeeld op het veld. |
Vous avez joué au cyclisme près de la piscine. | Jullie hebben bij het zwembad gefietst. |
Ils ont joué au ski pendant les vacances. | Ze hebben tijdens de vakantie geskied. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
ils, nous avons joué, joué, j'ai joué, on, a, vous avez joué, ont, tu as joué
1.
... au football au stade hier.
(Ik heb gisteren in het stadion gevoetbald.)
2.
... au tennis avec tes amis.
(Jij hebt getennist met je vrienden.)
3.
Elle ... ... ...u b...sketb...ll d...ns le gymn...se.
(Zij heeft in de sportzaal basketbal gespeeld.)
4.
... au rugby sur le terrain.
(We hebben rugby gespeeld op het veld.)
5.
... ... ... au ski pendant les vacances.
(Ze hebben tijdens de vakantie geskied.)
6.
... au cyclisme près de la piscine.
(Jullie hebben bij het zwembad gefietst.)