Donner (geven) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Donner (geven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Donner - Vervoeging van geven in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Donner (geven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Dire l'heure et lire l'horloge (Hoe laat is het? De klok lezen.)

Vervoeging van geven in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') Présent de l'indicatif ik geef
(tu) donne jij geeft
(il/elle/on) donnes hij/zij/men geeft
(nous) donne wij geven
(vous) donnons jullie geven/u geeft
(ils/elles) donnez zij geven

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je donne l'heure à midi pile. Ik geef het uur precies om twaalf uur.
Tu donnes la montre à minuit exact. Je geeft het horloge precies om middernacht.
Il donne une minute à la seconde. Hij geeft een minuut aan de seconde.
Nous donnons l'heure du soir ensemble. We geven samen de avondklok aan.
Vous donnez l'heure et la demie précise. Je geeft het hele uur en het halve uur precies aan.
Ils donnent l'heure du matin au travail. Ze geven het uur van 's ochtends op het werk aan.