Dire (zeggen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Dire (zeggen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Dire - Vervoeging van zeggen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Dire (zeggen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Dire ton âge (Je leeftijd zeggen)

Tegenwoordige tijd van het werkwoord zeggen

Frans Nederlands
(je/j') je dis / j'dis ik zeg / ik zeg
tu dis jij zegt
(il/elle/on) il dit / elle dit / on dit hij zegt / zij zegt / men zegt
nous disons wij zeggen
vous dites u zegt
(ils/elles) ils disent / elles disent zij zeggen

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je dis mon âge à la fête. Ik zeg mijn leeftijd op het feest.
Tu dis : « Quel âge as-tu ? » Jij zegt: "Hoe oud ben jij?"
Il dit que l'anniversaire est demain. Hij zegt dat de verjaardag morgen is.
Nous disons joyeux anniversaire au grand-père. Wij zeggen gefeliciteerd met de verjaardag tegen de grootvader.
Vous dites le gâteau est prêt pour la fête. U zegt dat de taart klaar is voor het feest.
Ils disent leur âge avant de préparer le cadeau. zij zeggen hun leeftijd voordat ze het cadeau klaarmaken

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

je, tu dis, vous dites, dis, disent, ils, nous disons, on

1.
... le gâteau est prêt pour la fête.
(U zegt dat de taart klaar is voor het feest.)
2.
... : « quel âge as-tu ? »
(Je zegt: "Hoe oud ben je?")
3.
... ... mon âge à la fête.
(Ik zeg mijn leeftijd op het feest.)
4.
... ... leur âge avant de préparer le cadeau.
(Zij zeggen hun leeftijd voordat ze het cadeau klaarmaken)
5.
... joyeux anniversaire au grand-père.
(Wij zeggen gefeliciteerd met de verjaardag tegen de grootvader.)
6.
Il dit que l'anniversaire est demain.
(Hij zegt dat de verjaardag morgen is.)