Brosser (borstelen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Brosser (borstelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Brosser - Verbuiging van borstelen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Brosser (borstelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Vos animaux de compagnie (Jouw huisdieren)

Verbuiging van borstelen in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') brosse ik borstel
(tu) brosses jij borstelt
(il/elle/on) brosse hij/zij/men borstelt
(nous) brossons wij borstelen
(vous) brossez jullie borstelen
(ils/elles) brossent zij borstelen

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je brosse le chien avant la promenade. Ik borstel de hond voordat we gaan wandelen.
Tu brosses le chat doucement chaque soir. Je kam de kat elke avond zachtjes.
Il brosse la tortue lentement. Hij borstelt de schildpad langzaam.
Nous brossons le lapin avant de jouer. We borstelen de konijn voordat we spelen.
Vous brossez le poisson dans l’aquarium. Je borstelt de vis in het aquarium.
Ils brossent les poils de leur oiseau. Ze borstelen de veren van hun vogel.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

brossent, brosse, brossez, brosses, brossons

1.
Tu ... le chat doucement chaque soir.
(Je kam de kat elke avond zachtjes.)
2.
Vous ... le poisson dans l’aquarium.
(Je borstelt de vis in het aquarium.)
3.
Ils ... les poils de leur oiseau.
(Ze borstelen de veren van hun vogel.)
4.
Nous ... le lapin avant de jouer.
(We borstelen de konijn voordat we spelen.)
5.
Il ... la tortue lentement.
(Hij borstelt de schildpad langzaam.)
6.
Je ... le chien avant la promenade.
(Ik borstel de hond voordat we gaan wandelen.)