Deze les behandelt gezonde eetgewoonten en voedzame gerechten in het Frans, met kernwoorden zoals 'légumes' (groenten), 'poisson' (vis) en 'équilibré' (gebalanceerd). Leer hoe je praat over voeding, water drinken en sport als onderdeel van een gezonde levensstijl.
Woordenschat (20) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Exercice 1: Gespreksoefening
Instruction:
- Heb je ooit een dieet gevolgd of doe je dat nu? (Ben je ooit op dieet geweest of ben je dat nu?)
- Kijk je meestal naar de ingrediëntenlijst wanneer je voedsel in de supermarkt koopt? (Kijk je meestal naar de ingrediëntenlijst als je voedsel koopt in de supermarkt?)
- Zou je je eetgewoonten als gezond of juist ongezond beschrijven? (Zou je jouw eetgewoonten als gezond of eerder ongezond beschrijven?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Je n'ai jamais suivi de régime auparavant. Cependant, je suis végétarien donc je ne mange pas de viande. Ik heb nog nooit eerder dieet gevolgd. Hoewel ik vegetariër ben, dus ik eet geen vlees. |
J'ai essayé quelques régimes par le passé mais je ne les ai pas aimés. J'essaie d'être plus actif maintenant. Ik heb in het verleden enkele diëten geprobeerd, maar ik vond het niet leuk. Ik probeer nu actiever te zijn. |
Je regarde toujours les ingrédients. Je vérifie le sucre et le sel dans la nourriture. Ik kijk altijd naar de ingrediënten. Ik controleer de suiker en het zout in het eten. |
Je mange principalement très sainement mais parfois je prends du chocolat. Ik eet meestal erg gezond, maar soms neem ik wat chocolade. |
J'ai un bon équilibre entre manger des aliments malsains et sains. Ik heb een goede balans tussen ongezond en gezond eten. |
Je mange assez mal. Je vais bientôt commencer un régime. Ik eet behoorlijk ongezond. Ik ga binnenkort op dieet. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Quand j'étais plus jeune, je __ souvent pour suivre mon poids.
(Toen ik jonger was, __ ik mezelf vaak om mijn gewicht bij te houden.)2. Avant, je ne __ pas comment préparer un menu équilibré.
(Vroeger __ ik niet hoe ik een uitgebalanceerd menu moest bereiden.)3. Je __ toujours le matin avant de manger.
(Ik __ mezelf altijd 's ochtends voor het eten.)4. Nous __ que pour rester en forme, il faut manger sainement.
(We __ dat je gezond moet eten om fit te blijven.)Oefening 4: Een nieuwe gezonde start
Instructie:
Werkwoordschema's
Se peser - Mezelf wegen
Imparfait
- je me pesais
- tu te pesais
- il/elle/on se pesait
- nous nous pesions
- vous vous pesiez
- ils/elles se pesaient
Savoir - Weten
Imparfait
- je savais
- tu savais
- il/elle/on savait
- nous savions
- vous saviez
- ils/elles savaient
Manger - Eten
Présent
- je mange
- tu manges
- il/elle/on mange
- nous mangeons
- vous mangez
- ils/elles mangent
Faire - Mediteren
Imparfait
- je faisais
- tu faisais
- il/elle/on faisait
- nous faisions
- vous faisiez
- ils/elles faisaient
Préparer - Maken
Imparfait
- je préparais
- tu préparais
- il/elle/on préparait
- nous préparions
- vous prépariez
- ils/elles préparaient
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Se peser zich wegen Delen Gekopieerd!
Imparfait
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') me pesais | ik woog me |
(tu) te pesais | jij woog je |
(il/elle/on) se pesait | hij/zij/men woog zich |
nous pesions | wij wogen |
vous pesiez | jullie wogen |
(ils/elles) se pesaient | zij wogen zich |
Savoir weten Delen Gekopieerd!
Imparfait
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') savais | ik wist |
(tu) savais | jij wist |
(il/elle/on) savait | hij/zij/men wist |
(nous) savions | wij wisten |
(vous) saviez | jullie wisten |
(ils/elles) savaient | zij wisten |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Gezond eten en gewoontes: Een A2-les over voeding en levensstijl
Deze les richt zich op het bespreken van eetgewoontes, het plannen van gezonde menu's en het voeren van gesprekken met een diëtist. Het niveau is A2, ideaal voor studenten die hun dagelijkse woordenschat en eenvoudige zinnen over gezondheid en voeding willen uitbreiden.
Wat leer je in deze les?
- Dialogen oefenen: Je leert zinnen gebruiken om over je eetgewoontes te praten, bijvoorbeeld: "Je mange beaucoup de légumes, c'est important pour ma santé." of "J'essaie de limiter le sel et le sucre dans mes repas."
- Menuplanning: Samen of in groep een weekmenu samenstellen met eenvoudige zinnen zoals "Quel plat veux-tu préparer lundi ?" en "Peut-être des pâtes aux légumes."
- Gesprekken met een diëtist: Je leert vragen te stellen en advies te begrijpen, zoals "Je veux améliorer mon alimentation, mais je ne sais pas par où commencer." en "Il faut essayer de manger plus de légumes et moins de produits transformés."
- Werkwoorden in de verleden tijd: Oefeningen met imparfait en présent, bijvoorbeeld se peser, savoir, manger, faire, préparer in context.
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
- Aliments (voedingsmiddelen): légumes (groenten), poisson (vis), fruits frais (verse vruchten), sucreries (zoetigheden).
- Gezonde gewoontes: boire de l'eau (water drinken), limiter le sel et le sucre (zout en suiker beperken), faire du sport (sporten), manger équilibré (gebalanceerd eten).
- Werkwoorden: manger (eten), savoir (weten), se peser (wegen), préparer (voorbereiden), faire (doen/maken).
Verschillen en handige uitdrukkingen voor Nederlandse sprekers
In het Frans is het belangrijk om reflexieve werkwoorden zoals se peser correct te vervoegen, wat in het Nederlands ook gebeurt maar soms anders wordt toegepast. Bijvoorbeeld, 'je me pesais' betekent 'ik woog mezelf (toen)'. Daarnaast gebruikt het Frans vaak het imparfait om gewoontes in het verleden te beschrijven, bijvoorbeeld je savais (ik wist), terwijl het Nederlands soms eenvoudig verleden tijd gebruikt zonder aparte continuprogressieve vorm.
Handige zinnen om te onthouden:
- Je mange équilibré. – Ik eet gebalanceerd.
- Je bois au moins un litre d'eau par jour. – Ik drink minstens één liter water per dag.
- Je fais du jogging trois fois par semaine. – Ik jog drie keer per week.
- Il faut essayer de manger plus de légumes. – Je moet proberen meer groenten te eten.
Door deze woorden en zinnen te oefenen, bouw je zelfvertrouwen op om over gezonde levensstijl te praten en advies te geven en te ontvangen in het Frans.